Op verzoek van de cursusleidster had ik de kostuums gemaakt voor de uitvoering van Lars Norén’s toneelstuk ‘De vorstenlikker’.
Het waren een soort hobbezakken, gemaakt van beige linnen. Alle actrices droegen zo’n hobbezak. Ik speelde zelf ook een kleine rol in dit toneelstuk, die van blinde bedelaar. Wij, de spelers van de toneelgroep Simpla Rosa, hadden maanden geoefend op dit best wel pittige toneelstuk. Het is een drama, wat betekent dat er een hoop ellende en ongeluk in voorkomt. We zouden het toneelstuk tweemaal opvoeren in theater ’t Kapelletje in Rotterdam. Ik was op tijd begonnen met het maken van de kostuums, want dat was best nog wel veel werk. De oefenavonden waren een combi van dikke pret en serieus oefenen. Dat krijg je als je werkt in een groep met alleen vrouwen. Toen de avond van de eerste voorstelling dichterbij kwam begon ik steeds nerveuzer te worden. Ik had niet zo’n grote rol, maar toch. Ik wilde het graag goed doen en mijn medespelers niet teleurstellen. Gelukkig ging het allemaal best goed. Ik voelde me echt een blinde bedelaar, zeker met mijn smoezelige kleding en ik kon er nog een beetje van genieten. Dit toneelstuk was de eerste en laatste keer dat ik op het podium stond, verkleed als iemand anders. Ik heb daarna nooit meer de behoefte gehad om het nog een keer te doen.
Reactie plaatsen
Reacties